Succesvol experiment Intermetzo Eefde met thuisbegeleiding na JeugdzorgPlus

Dionne-en-Gees_web

13 nov 2019

Pluryn zoekt actief naar nieuwe vormen van JeugdzorgPlus, waarbij echt maatwerk de norm is. Onlangs experimenteerde Intermetzo Eefde met negen maanden begeleiding bij thuiswonen door een pedagogisch medewerker van de residentiële groep, aansluitend op de opname in JeugdzorgPlus. En met succes, mede dankzij de betrokken gemeente, die toestemming gaf voor de pilot.

Gees moest op haar 14e het huis uit, omdat het niet meer ging. Door haar ODD (oppositionele gedragsstoornis) ging ze met iedereen het conflict aan. Na enige omzwervingen belandde ze uiteindelijk in de JeugdzorgPlus, bij Intermetzo in Eefde. Therapie, begeleiding en medicatie en natuurlijk de inzet van Gees zelf, zorgden ervoor dat ze weer terug naar huis kon, met ambulante ondersteuning. Lees hierover haar ervaringsverhaal dat eerder op de website verscheen.
 
Weer nieuwe hulpverlening
“Haar ouders vonden het lastig om weer te switchen van hulpverlening en begeleiding. Ze hadden al zoveel hulpverlening over de vloer gehad. Ze wilden graag dat Gees weer thuiskwam, maar alleen als ze zou worden begeleid door de pedagogisch medewerker (PM’er) waarmee ze in Eefde een goede band had opgebouwd”, vertelt Dionne. Zij is de PM’er die Gees op de meidengroep in Eefde begeleidde. Ze kwam een paar jaar geleden van de opleiding. In haar studie deed ze veel met systeemgericht werken en ze volgde bovendien een training over deze methodiek in Eefde.
 
Slim en tactisch plannen
De groep besloot het experiment met thuisbegeleiding aan te gaan. Er moest wel het nodige geregeld worden, want het is niet gebruikelijk dat één van de PM’ers uren op groep inruilt voor ambulante zorg. “Het was een kwestie van slim en tactisch plannen. Ik bezocht het gezin op rustige uren of het laatste uurtje van school. Alles in goed overleg met mijn collega’s”, legt Dionne uit. Met de avond- en weekendbezoeken ging ze zelf wat flexibel om. Ze hield zich aan haar eigen contracturen van 36 uur per week en was dus minder uren op de residentiële groep. Die werden tijdelijk overgenomen door de aan de groep gekoppelde flexwerker. De gemeente ging als financier akkoord met de constructie. Ook administratief kon het in More Care4 goed verwerkt worden.
 
Geleidelijke overgang
De overgang van Gees vanuit de gesloten hulpverlening naar thuiswonen, vond geleidelijk plaats. Het meisje ging eerst op weekendverlof, daarna ging ze naar haar school in de regio. Vervolgens werd het weekendverlof steeds langer, tot ze thuis ging wonen.
Dionne begeleidde het meisje en haar gezin (ouders en een zusje) gedurende negen maanden in de thuissituatie. Ze ging gemiddeld een keer per week op bezoek en had nog een keer per week telefonisch contact. Daarnaast kon het gezin altijd telefonisch contact opnemen met de groep. In het begin was de begeleiding intensief. Dionne ging ze soms wel twee keer per week naar het gezin, soms ook ‘s avonds of in weekend, om te ondersteunen bij moeilijke gesprekken. Een bezoek duurde gemiddeld 1,5 uur, maar kon uitlopen tot 2,5 uur. Een telefoongesprek nam gemiddeld een half uur in beslag. Op verzoek van ouders ging Dionne ook mee naar moeilijke gesprekken bij school of met de schoolinspectie.
 
Regie ligt bij de ouders
Naarmate Gees zich ontwikkelde, veranderde de rol van haar PM’er Dionne. “Toen Gees op de groep kwam, waren haar ouders uitgeput door de strijd en het steeds weer stellen van grenzen. Dat laatst heb ik in eerste instantie overgenomen, in samenspraak met de ouders. Maar op een gegeven moment ben ik het weer gaan afbouwen en namen de ouders het steeds meer over. Haar ouders kwamen regelmatig langs op de groep. In begin vooral om leuke momenten te hebben met elkaar, later ook om te praten over de toekomst.”
In de thuisbegeleiding lag de regie helemaal bij de ouders en sloot Dionne aan bij de vragen en zorgen van de ouders. Wel hield Dionne in de gaten dat als ouders zorgen hadden, ze deze ook konden uiten. Ze vroeg de ouders specifiek waar ze tegenaan liepen en gaf ook regelmatig opdrachten. Zoals: ga eens aan de slag met regels opstellen en betrek het hele gezin erbij. Na negen maanden kon ze het gezin loslaten.

Ondersteuning van de supervisor
Wat maakte deze pilot succesvol? Dionne: “De behandeling die we hadden ingezet tijdens de residentiële opname, kon worden voortgezet bij de ambulante behandeling/begeleiding. We hoefden niet opnieuw uit te vinden wat bij dit gezin goed werkt. Daarnaast was het voor de ouders heel belangrijk dat ze begeleiding kregen van een voor hen bekende persoon, met wie ze al een vertrouwensband hadden opgebouwd op de groep. Ze wisten precies wat ze aan me hadden. Dat gold ook voor Gees. Ze was in de ambulante periode best wel eens kwaad op me, maar wilde de band die we hadden opgebouwd niet verbreken.”
De manier waarop Dionne zaken aanpakte, was ook belangrijk. Zij sprong in op zorgvragen van ouders en maakte zorgwekkende zaken die ze signaleerde bespreekbaar. “Daarbij had ik veel steun aan behandelaar Carla Mentink, van de residentiële groep. Zij heeft veel ervaring opgedaan in de polikliniek van Intermetzo en het ambulante team. Ze trad op als supervisor en kon me helpen bij hoe ik zaken in het gezin het beste kon aanpakken.”

Naar aanleiding van deze positieve ervaring gaat Pluryn onderzoeken waar en hoe thuisbegeleiding vaker ingezet kan worden binnen JeugdzorgPlus en de andere residentiële groepen, om zo voor een maatwerkovergang naar huis te zorgen.

Het klantenbureau helpt je graag

bij het aanvragen van ondersteuning en zorg

roundicon-call

088 - 779 55 60

roundicon-mail

Verstuur een mail

roundicon-aanvragenzorg

Aanvragen zorg